dinsdag 4 mei 2021

Dag 0 Patchino

Vandaag van het startpunt aan het begin van de E1 wandelweg naar de Noordkaap langs de Capo Passero  naar Pachino waar in 2014 mijn tocht begon. Passero, Pachino, Porto Palo, Pozzallo, ... het is hier zoals in de lagere school: Demer, Dijle, Durme, Dender die het leven er niet gemakkelijker op maakte.

 


De Capo Passero is een schitterend stukje kust, in normale tijden met een overvloed aan toeristen maar nu loop ik hier helemaal alleen. Aan de kaap ligt het natuurpark Oasi Dei Pantani Longarini-Cuba-Auruca-Marghella een peiler van de brug voor vogels en sinds kort voor mensen tussen Africa en Europa. Centraal een geasfalteerde pier waarvan het nut of bedoeling niet direct duidelijk is en verder een zandweg die zich langs de kust slingert. De zandweg blijkt een defacto openbaar stort te zijn die ver onder het niveau van de officiƫle stortplaatsen scoort. Een schrijnde zaak in dit paradijs waar vogels uit vele landen rust zoeken. Zwerfvuil waarvan deze zwerver nog vele male treurig van zal worden.



maandag 3 mei 2021

Dag -1 Isola delle Corentti

 Naar de bronnen van de Strada a Nord 

Geen risico's vandaag! Ik sta een kwartier voor het aangekondigde uur aan de halte van de ACT bus die me naar een oase aan de Capo Passero op 12km van het Isola delle Correnti zal brengen. En de bus staat er, wel zonder chauffeur. Een aantal andere bussen komen en gaan maar mijn exemplaar blijft vrolijk surplassen. Als drie kwartier later er nog geen beweging in komt besluit ik de de 32km voor vandaag te voet af te leggen. Enkele uren later net voor ik aan de Oase ben rijdt de bus, nog altijd even vrolijk gestemd me gezwind voorbij. Voor de rest is er vandaag behalve een verdwaalde flamingo geen leven te bespeuren en ik maak me zorgen de nacht in te gaan zonder water, tot ik op het strand een halve fles water zie staan. Ik ben in euforie het mirakel heeft weer van zich laten horen.


 


zondag 2 mei 2021

dag, - 2 Ispica

Richting Zuid

Na een busreis naar Milaan en de heerlijke nachttrein naar Syracuse die samen z'n 48 uur in beslag heeft genomen is het normaal maar een ritje met de lokale trein naar Ispica, mijn uitvalsbasis op mijn zoektocht naar de bronnen van de Strada a Nord.

In 2014 bleek het in Noto een probleem te zijn met de bus op 1 mei bij Isola delle Correnti te komen. Nu is het al in Syracuse prijs om tot Noto of Ispica te geraken, op zondag geen openbaar vervoer. Enig redmiddel is een taxi, zelfs na stevig onderhandelen wordt er nog een serieus gat in de portemmonee geslagen.

In Ispica een dame die meeloopt naar de bushalte voor de  volgende dag, geen overbodige luxe. Een wandeling door de zona archeologica di Cava d'Ispica vrolijkt de avond met feestelijk vogelgezang op.

 



vrijdag 3 juli 2015

Dag 12 Padula



Met al het gehakketak met bussen waar je al dan niet kan op- of afstappen, blijkt dat mijn GSM vleugels heeft gekregen. Zonder GSM is het niet te verantwoorden alleen de bergen in te trekken. Dus beslis ik dit voor later te bewaren en me naar Padula te begeven dat ik als eindpunt had vastgelegd. In dit dorp bevind zich de Certosadi San Lorenzo, werelderfgoed en met zijn 84 colonnes het grootste klooster van de wereld. Het stamt uit de dertiende eeuw maar het is vooral de aanblik die het in de achtende eeuw kreeg die overheerst. Het is een kartuizer klooster verwant aan dat van San Bruno.


In eerste en tweede wereldoorlog deed het dienst als krijgsgevangen kamp. De bewoners van toen zullen wel een heel andere emotie gevoeld hebben dan ik nu de enige bezoeker in dit ongelooflijk bouwwerk. Wie hier nog voor mij langs kwam was Karel V, die er voor een nachtje bij de paters kampement hield. De legende gaat dat er een omelet met 1000 eieren gebakken werd. Een prestatie die nog af en toe wordt overgedaan. 

Dag 11 Castrovillari



De oude spoorweg Lagonegro – Castrovillari die langs Morano loopt wordt op dit traject omgebouwd tot een heuse fietsweg. Een troostende gedachte en een goed alternatief om in Castrovillari te komen zonder de drukke strade provinciale. Die herinnert me er nog even aan dat het gevaarlijker is 5km langs een baan te stappen dan twee weken alleen rond te toeren tussen de wolven en de serpenten op steile bergpaadjes. Castrovillari heeft niets wat Morano heeft. Het brengt je niet terug naar het verleden en het toont je geen toekomst. Ik vraag me af of de ravage van de tweede wereldoorlog hier iets mee te maken heeft of met de maffia die in deze buurt goed geboerd heeft. Toch is Castrovillari een stad met een 3000 jaar oude geschiedenis, en moet ik mijn mening nog ooit eens herzien.
De bus naar Lagonegro, waar ik het laatste deel van deze tocht  wil starten vertrekt om 7u15 en het is nog een eindje stappen vanuit de B&B. Maar ik sta er samen met nog wat andere vroege vogels. Als ik wil opstappen zegt de chauffeur dat de bus wel langs Lagonegro komt maar dat ik er niet kan afstappen. Je kan er enkel opstappen. Afstappen gaat enkel in Rome een kleine 400 km verder. Daar kan je 2 uur later de bus terugnemen die weer door Lagonegro komt. Deze bus is anders, want daar kan je enkel van afstappen en niet opstappen. Simpel toch. Een hele rimram waar de rest van de reizigers in betrokken wordt, maar jammer genoeg allemaal Rome reizigers, zodat ze fatalistisch knikken: De keizer van de bussen heeft het nu eenmaal zo gewild. De weg door de bergen die ik vorig jaar genomen heb is drie dagen stappen, dus besluit ik om toch maar de snelste weg van Castrovillari naar Lagonegro te nemen, al is dat dan niet de kortste.


Ik kijk nog even naar de stoomlocomotief van de FCL die langs de kant staat te rusten. Ik weet wel Reggio di calabrio: cento minuti di ritardo, en nog niet eens Rome voorbij. Maar hij kwam er en stopte overal. Wij twee, wij verstaan mekaar, wij weten wat belangrijk is in het leven.

Dag 10 Morano Calabro



De koetjes houden woord: concert met hun bellen tot de vroege ochtend. Ze worden op het grasveld voor het santuario samengedreven en gaan dan in stoet verder. Ik sta er van te kijken hoe twee mannen er op een rustig tempo in slagen heel die meute samen te brengen. Een voorop met de grote hoop en de ander die her en der speciale gevallen op het rechte pad weet te brengen. En dan is het ineens weer stil op de berg. Het pad loopt erg gemakkelijk naar Morano. Er zijn zelfs aanwijzingen. Tot na de laatste pas de weg in chaos verdwijnt. Ik moet door dichte varen velden mijn weg zien te vinden en bij de plaats waar de velden beginnen moet ik me als een everzwijn onder de prikkeldraad werken. 
 
GEKO

Voor Morano is het nog een 700 meter dalen langs een heel rotsachtige weg waar het moeilijk stappen is. Maar de aankomst is het hartelijk weerzien met een oude bekende. Morano Calabro blijft voor mij het mooiste dorp, hoe groot de concurrentie ook is. Ik wordt vriendelijk ontvangen in een kasteel-albergo San Domino, boven mijn stand maar de patroon sympathiseert met het voetvolk en maakt voor mij een aparte prijs: Tutte compreso, anche il vino!